1) Gebruik uw opbergruimte Laat niets rondslingeren maar gebruik één nuttige plek voor elk individueel voorwerp. Zo wint u tijd met het zoeken naar bepaalde spullen.
2) Ga niet verzamelen Heeft u moeite met spullen weg te gooien? Maak van uw hart een steen. Hou enkel dingen bij die u echt nodig heeft en de rest gooit of geeft u weg.
3) Kinderen Leer uw kinderen dat ze na het spelen alles weer opruimen en op de juiste plaats moeten leggen.
4) Altijd bezig zijn Ruim meteen na een bepaalde actie alles op. Bijvoorbeeld u smeert ’s morgens snel een boterham, ruim dit dan ook meteen op. U drinkt ’s avonds nog een koffie? Ruim dit op zodat u ’s morgens in een opgeruimd huis wakker wordt.